De belastingaangifte 2019. Box 3: spaargeld en schulden

6 min leestijd

Vanaf 1 maart kan de belastingaangifte weer worden ingediend. In drie artikelen vat ik de belangrijkste onderdelen van de aangifte samen. Het eerste artikel geeft tips over het inkomen en de aftrekposten. In het tweede artikel sta ik stil bij de fiscale regelingen rond het eigen huis. Dit artikel gaat over box 3: alles wat met vermogen en schulden te maken heeft.

Belastingaangifte 2019. Box 3 #belastingaangifte #belasting #box 3 #budget #DeBudgetman

Box 3

In het eerste artikel heb ik een korte uitleg gegeven over de manier waarop ons belastingstelsel is opgebouwd. Onder box 3 verstaan we het belastbaar vermogen. En dat wordt eenvoudig gezegd berekend door alle schulden af te trekken van alle bezittingen. Is het bedrag wat overblijft hoger dan €30.360,-? Dan belast de fiscus de rest met een vermogensrendementsheffing. Maar gelukkig tellen niet alle bezittingen mee bij het berekenen van het vermogen. En niet alle schulden zijn aftrekbaar.

Het principe bij belasting betalen is dat je alles maar 1 keer aangeeft.
Een voorbeeld: de overwaarde van de eigen woning is papieren winst. En net als een stapeltje aandelen waarvan de koers hoger staat, heb je pas echt winst op het moment dat je gaat verkopen. Voor de fiscus maakt dat niet uit. Bij het berekenen van je vermogen moet je de papieren waarde van je aandelen opgeven. Maar de overwaarde van je eigen huis hoort niet bij je vermogen, omdat je de eigen woning al hebt opgegeven in box 1. Je geeft dus alles maar 1 keer aan bij de belasting. Je eigen woning (met alles wat daarbij hoort) hoort dus niet in box 3 thuis.

Bezittingen

Alle bezittingen zoals spaargeld, aandelen, een tweede huis of vakantiewoning behoort tot je vermogen. Deze opsomming is niet volledig, dus kijk hier even op de site van de belastingdienst voor het volledige overzicht.

Spaargeld

Wanneer je het aangifteprogramma van de belastingdienst opent, dan zijn alle rekeninggegevens vaak al ingevuld. Banken zijn verplicht om dit aan te leveren. Maar ook spaargeld op buitenlandse rekeningen moet in Nederland worden opgegeven. Dat geldt ook voor contant geld. Daarvoor geldt een vrijstelling tot €534,- (of het dubbele bij een fiscale partner). Je blijft er uiteraard zelf verantwoordelijk voor om de vooraf ingevulde gegevens te controleren.

Aandelen

Hier geldt dezelfde afspraak als bij spaargeld. Alle aandelen moeten worden opgegeven, ook al gaat het om buitenlandse aandelen of fondsen.
Aandeelhouders krijgen dividend uitgekeerd. En daarover wordt dividendbelasting ingehouden. Bij het bezitten van buitenlandse aandelen, bestaat de mogelijkheid dat er in het buitenland dividendbelasting is ingehouden. Dit mag worden verrekend met de Nederlandse inkomstenbelasting. Zo wordt voorkomen dat er twee keer belasting moet worden betaald.

De Nederlandse dividendbelasting kan altijd worden verrekend met de inkomstenbelasting, zolang de fondsbeheerder in Nederland is gevestigd.

Tweede huis of vakantiewoning

Heb je je aandelen of spaargeld omgezet in een tweede woning of vakantiewoning? Hoewel het om onroerend goed gaat, wordt dit tot het vermogen in box 3 gerekend.

De WOZ-waarde die op de beschikking van 2019 staat, moet voor de aangifte worden gebruikt. Wanneer er geld is geleend om de aankoop mogelijk te maken, dan mag deze van de WOZ-waarde worden afgetrokken. Betaal je erfpacht? De toekomstige erfpachtcanons (en dat is 17x de jaarlijkse erfpachtcanon) mag je in mindering brengen op de waarde.

Staat de vakantiewoning in het buitenland? Vermeld Dan moet ‘waarde in het economisch verkeer in onbewoonde staat.’ Dit betekent in de praktijk dat de buitenlandse tegenhanger van de WOZ volstaat, tenzij je aannemelijk kan maken dat dit sterk afwijkt.

Schulden

Bij het berekenen van de schulden werkt de belastingdienst met een drempel. Alleen schulden die boven dit drempelbedrag van €3.100,- uitkomen, mag je indienen. Heb je heel 2019 een fiscale partner gehad? Dan is de drempel €6.200,-

De schulden die je mag indienen zijn consumptief krediet, een negatief saldo op je bankrekening, studieschuld, leningen voor een tweede woning.
Maar wanneer je een deel van de aankoop van je eigen woning hebt gefinancierd met een tweede lening naast de hypotheek, dan mag deze tweede lening in box 3 worden ingediend. Dit is het leningdeel wat boven de eigenwoningschuld uitkomt. De rente is niet aftrekbaar, maar de schuld hoort thuis in box 3.

Hoe wordt het vermogen in box 3 belast?

Wanneer je schulden en bezittingen met elkaar verrekent, dan kan er een positief saldo overblijven. Dit is je vermogen en dat bedrag is tot €30.360,- belastingvrij (€60.720,- voor fiscale partners). De fiscus rekent met een fictief rendement over het bedrag boven dit heffingsvrije vermogen. Je vermogen wordt niet belast, maar het rendement wat je volgens de belastingdienst had kunnen maken.
Deze vermogensrendementsheffing (VRH) is uit drie schijven opgebouwd. Hierbij gaat de belastingdienst ervan uit dat je een hoger rendement behaalt wanneer je meer vermogen hebt. Er gelden deze drie schijven:

Schijf Bedrag waarover je VRH betaalt 0,13% 5,6% Gemiddeld
1tot €71.65167%33%1,935%
2van €71.651 tot €989.73721%79%4,451%
3vanaf €989.7370%100%5,6%

Hoe wordt de vermogensrendementsheffing berekend?

In schijf 1 berekent de fiscus over 67% van je vermogen een rendement van 0,13%. Dat moet met een betere spaarrekening zelfs in deze tijd nog wel lukken. Over 33% van het vermogen wordt een fictief rendement gerekend van 5,6%. Dat gaat met een spaarrekening natuurlijk niet meer lukken. Zo gaat de belastingdienst ervan uit dat grote spaarder/kleine beleggers een deel van het vermogen hebben belegd in aandelen. Vanaf €71.651 rekent te fiscus met dezelfde rendementen, maar in een andere verhouding.
Over dit fictieve rendement moet vervolgens 30% belasting worden betaald.

Een voorbeeld:
Alleenstaande met €50.360,- spaargeld en geen schulden.
Bedrag waarover VRH wordt ingehouden: €50.360-€30.360 = €20.000,-

Over €13.400 (67% van €20.000,-) wordt een rendement berekend van 0,13%
Dat is €17,42

Over €6.600 (33% van €20.000,-) wordt een rendement berekend van 5,6%
Dat is €369,60

In totaal betaalt een alleenstaande over de €50.360,- dan €387,02 aan vermogensrendementsheffing. Die twee cent krijg je cadeau van de fiscus.

Fiscale partner en/of kinderen

De fiscale partner is al een paar keer voorbijgekomen. Het vermogen en de schulden hebben invloed op je aangifte, zodra je gezamenlijk aangifte doet. Dat geldt ook voor het spaargeld of de aandelen van kinderen tot 18 jaar.

Het is meestal verstandig om samen met je partner aangifte te doen, omdat je mag schuiven met aftrekposten. Het is vaak handig om de meestverdienende partner de aftrekposten te laten benutten. Wanneer je klaar bent met het invullen van de aangifte, dan kan een voor jou voordelige verdeling worden gemaakt.

Ga jij vanaf 1 maart direct aan de slag met je aangifte?

Wil je meer lezen?

Laat hier je reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.