We houden in Den Haag van tradities. En volgende week is het weer zover. Op de derde dinsdag in september krijgen we een samenvatting van de overheidsplannen voor volgend jaar. Een deel van deze plannen heeft gevolgen voor onze portemonnee. Gelukkig is het niet nodig om nog langer in spanning te zitten. In Den Haag is het namelijk ook traditie dat de plannen en cijfers al van tevoren uitlekken. Ook dit keer zijn de koopkrachtplaatjes voor volgend jaar al bekend. En vandaag publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek de cijfers over 2019. Even vooruitkijken en terugblikken.
Waarom maken we eigenlijk koopkrachtplaatjes?
De berekeningen over de koopkracht geven een redelijk beeld van de financiële situatie van verschillende huishoudens. Het maakt inzichtelijk wat de gevolgen kunnen zijn van veranderende wetgeving. Mocht je je afvragen wat koopkracht precies is, lees dan dit artikel.
Maar deze berekeningen bieden natuurlijk geen zekerheid. Er zijn een heel aantal factoren welke niet door de overheid kunnen worden beïnvloed, maar die wel gevolgen hebben voor onze financiën . De huidige Corona-crisis is daar een duidelijk voorbeeld van.
Veder bepalen de ontwikkeling van de consumentenprijzen en de inflatie voor een belangrijk deel of onze koopkracht stijgt of daalt. Daarom kunnen we achteraf pas echt berekenen wat de gevolgen zijn geweest van alle uitgevoerde plannen.
Bij het presenteren van nieuwe plannen wordt bijna altijd uitgegaan van een positief effect voor de financiële positie van de meeste huishoudens. Dit jaar is geen uitzondering.
De plannen voor volgend jaar
Wanneer alles volgens plan verloopt, dan groeit de economie volgend jaar met 3,5%. Verder gaat iedereen er in theorie op vooruit. Voor de werkenden betekent het een stijging van de koopkracht van 1,2%. Huishoudens met een uitkering krijgen er 0,5% bij en gepensioneerden 0,4%.
Deze positieve cijfers komen onder andere voort uit een verlaging van de eerste belastingschijf van 37,35% naar 37% en de verhoging van een aantal toeslagen. Over de andere plannen volgt volgende week nog een artikel.
Het blijft de vraag of deze cijfers ook kunnen worden gerealiseerd. Een tweede lockdown zal er zeker voor zorgen dat de verwachte economische groei omslaat in een krimp, net zoals dat dit jaar is gebeurd. In 2022 weten we pas zeker hoe de plannen voor 2021 hebben uitgepakt. Toevallig heeft het CBS deze week de koopkrachtplaatjes van 2019 bekend gemaakt. Even terugkijken?
De koopkrachtplaatjes van 2019
Om te weten hoe de cijfers van het CBS zich verhouden tot de plannen, moeten we eerst even terugkijken naar de derde dinsdag van september 2018. Er werd gerekend op een koopkrachtgroei van gemiddeld 1,5%. Werkenden profiteerden het meest met een groei van 1,6%, gepensioneerden en huishoudens met een uitkering zo’n 0,5%. Wat is daarvan terechtgekomen?
Het mag duidelijk zijn dat het vorig jaar in economisch opzicht allemaal prima ging. En dat is ook terug te zien in de ontwikkeling van de koopkracht. De beloofde cijfers zijn ruimschoots gehaald. Werkenden zijn er in 2019 zelfs 2,6% op vooruitgegaan. De cijfers van de verschillende huishoudens zijn hier terug te vinden.
Bij deze goede cijfers hoort wel een aanvulling. Bij 62% van de bevolking nam de koopkracht toe. Dat is meer dan in 2018 (53%), maar het betekent nog altijd dat een derde van de huishoudens vorig jaar niet van de groei heeft geprofiteerd.
En dat maakt meteen duidelijk dat de koopkrachtplaatjes een belangrijke beperking kennen. Bij veel maatregelen zijn er ook groepen huishoudens die er niet van weten te profiteren. Maar een beetje belastingverlaging werkt natuurlijk altijd.
Ik ben benieuwd naar de verdere financiële plannen voor volgend jaar.
Wil je meer lezen?