We sparen graag. En dan bedoel ik niet in huize De Budgetman, maar in dit land. Alles bij elkaar staat er zo’n €370 miljard op de spaarrekeningen. Want ondanks het feit dat de rente 0% bedraagt, blijft het gevoel dat sparen goed is en schuld slecht. En voor een huishouden klopt dat in grote lijnen wel. De Nederlandse overheid vergelijkt zichzelf ook regelmatig met een huishouden. Zij heeft het dan over het huishoudboekje op orde brengen. Maar die vergelijking gaat eigenlijk niet op. De Nederlandse staat is geen huishouden. Waar een consument er verstandig aan doet om schulden te vermijden of te verlagen, geldt er voor de overheid een andere economische wet: schuld is goed en nodig. Omdat het tegen ons gevoel in gaat, is dat lastig om te aanvaarden. In een eerder artikel heb ik al eens geschreven dat staatsschuld niet erg is. En nu de aanvulling: de staatsschuld wordt weer hoger. Waarom is dat goed nieuws?
Waarom de staat geen huishouden is
Schulden kunnen voor problemen zorgen in een huishouden. Je geeft immers geld uit dat je niet hebt en moet dit later (met rente) terug betalen. En wanneer de lening is gebruikt voor een vakantie of een auto, bestaat de kans dat de afbetaling veel langer duurt dan het gebruik van het product. Dat soort schulden kan een consument maar beter vermijden.
Maar zo simpel zit het voor een overheid niet in elkaar. Een huishouden houdt een keer op. En voor die tijd wil een bank graag dat eventuele schulden zijn afbetaald, of worden terugbetaald. Maar de overheid blijft in principe altijd bestaan. De noodzaak tot terugbetalen vervalt daarmee. Een land kan er altijd voor kiezen om het terugbetalen van een schuld te financieren door een nieuwe schuld aan te gaan. Dit wordt het doorrollen van schuld genoemd en vormt in principe geen probleem. Na verloop van tijd zorgt de inflatie er voor dat de schuld in waarde afneemt.
Een overheid heeft dus geen tijdsdruk om van schulden af te komen. En dat is een principieel verschil met ons consumenten. Maar de staatsschuld zorgt zelfs voor mogelijkheden om eraan te verdienen.
Het belang van schuld in de economie
Wij hebben graag een goed gevulde spaarrekening. En dat geldt denk ik voor iedereen. Maar aangezien we zelf geen geld drukken, moet er tegenover iedere buffer (spaarrekening) een vordering (schuld) staan. Staatsschulden zijn van die openstaande vorderingen die ergens anders weer als buffer staan ingeboekt. Het bezit van de een is de schuld (vordering) van de ander. Het is eenvoudig de wet van vraag en aanbod. Schuld vervult dus een nuttige functie in het economisch verkeer. Het maakt het mogelijk dat jij en ik een spaarrekening kunnen vullen en dat pensioenfondsen reserves kunnen aanleggen die wettelijk verplicht zijn.
Maar het mag duidelijk zijn, dat een overheidsschuld niet ongelimiteerd kan groeien. Vandaar dat er een balans wordt gezocht tussen de staatsschuld en de hoeveelheid geld dat in een land wordt verdiend (dit wordt het Bruto Binnenlands Product genoemd. Lees er hier meer over). De standaard afspraak in Europa is dat de staatsschuld maximaal 60% van het BBP mag bedragen. Vlak voor deze crisis zat Nederland daar overigens fors onder (49%) en was de staatsschuld ook nog dalende. De staatsschuld wordt weer hoger en het is afwachten waar het eindigt. We naderen in snel tempo weer de grens van 60%. Het goede nieuws is dat ook deze crisis weer een keer eindigt.
In een normale economische situatie kan sprake zijn van een constant stijgende staatsschuld, zonder dat dit tot problemen leidt. Sterker nog: het zelfs creëert mogelijkheden voor verdere economische groei. Hoe werkt dat?
De staatsschuld wordt weer hoger
Buiten tijden van crisis, groeit de economie normaal gesproken met zo’n 2 tot 4% groei per jaar. Dat is niet allemaal echte groei, maar vaak is er sprake van zo’n 2% inflatie en 1 tot 2% ‘echte’ economische groei. Om te voorkomen dat de staatsschuld in verhouding tot de economie niet achterblijft, zal de schuld dus moeten meegroeien. En die nieuwe overheidsschuld is dan weer nodig om ergens anders in de economie voor de noodzakelijke buffers te zorgen. Een van Nederlands bekende economen, Coen Teulings, is dan ook voorstander van een schuld van ongeveer 80% van het BBP.
In een recent interview op BNR legt hij uit dat Nederland op dit moment jaarlijks €20 miljard te weinig uitgeeft, doordat we strikt vasthouden aan de norm van 60% staatsschuld.
Geld verdienen aan de staatsschuld
De overheid kan zelfs verdienen aan de staatsschuld. Dat wordt veroorzaakt door de rente. Deze bedraagt nog steeds nul procent. Zolang de groei van de economie hoger is dan de rente, dan verdient de staat. Wanneer de economie groeit, dan levert de schuld dus gewoon geld op. Dat geld kan worden uitgegeven en stimuleert de economie verder. De staatsschuld wordt weer hoger en dat is dus eigenlijk goed nieuws.
Natuurlijk is de situatie nu even anders. Maar de oplopende schuld creëert eerder mogelijkheden, dan dat het een enorm probleem oplevert. Het wordt pas problematisch wanneer de economie lange tijd achtereen niet groeit en de rente gaat stijgen. Maar dat gaat nog wel even duren.
Wil je meer lezen?