De Nederlandsche Bank is gestart met het verhuizen van haar goudvoorraad. De aanleiding is een renovatie van het kantoor van de DNB. Na de verbouwing komt het goud niet meer terug naar Amsterdam, maar verhuist naar een nieuwe locatie ergens in Nederland. Los van het feit dat dit best een bijzondere verhuizing is, vroeg ik me af waarom de Nederlandsche bank eigenlijk nog goud in bezit heeft. De tijd dat ons geld een waarde in goud vertegenwoordigt, ligt al lang achter ons. Maar waarom liggen lagen er dan 15.000 goudstaven in Amsterdam?
De rol van goud in het verleden
Om het op z’n deftig Haags te zeggen: vroegâh kenden we de gouden standaard. Dat betekent dat er sprake is van een financieel stelsel waarin de economische rekeneenheid (een munt) een vast gewicht aan goud waard is (bron: Wikipedia). Zo was een dollar voor een vaste prijs inwisselbaar voor goud.
Dat systeem heeft als voordeel dat grote schommelingen in de koers worden vermeden. De waarde van de munt is namelijk gekoppeld aan goud. Het nadeel is natuurlijk dat banken niet zomaar nieuw geld kunnen uitgeven, of kredieten kunnen verstrekken. Wanneer de centrale bank extra geld in omloop zou willen brengen, dan moet daar een hoeveelheid goud tegenover staan. Meer geld in de economie = meer goud bij de centrale bank. Dat beperkt de mogelijkheid om geld bij te drukken. Dit principe heet geldcreatie en hier lees je hoe dat precies werkt.
Dit beperkende nadeel is een van de redenen waarom de koppeling tussen geld en goud is losgelaten. In 1971 besloot president Nixon de gouden standaard af te schaffen en daarmee verdween de koppeling tussen de dollar en goud. Op dat moment kwam er ook in Nederland een einde aan deze koppeling. De gulden was tot die tijd namelijk in een bepaalde verhouding weer aan de dollar gekoppeld.
Voor alle economen onder ons: ik weet dat het systeem nog heel wat gecompliceerder in elkaar steekt. De bovenstaande tekst is een sterk vereenvoudigde beschrijving van het principe rond de gouden standaard.
Het goud van de Nederlandsche bank
Ondanks het feit dat de koppeling tussen geld en goud is losgelaten, speelt goud nog steeds een rol in ons financieel systeem. De Nederlandsche Bank geeft op haar website de volgende uitleg:
“DNB bezit ruim 600 ton goud. Een baar goud houdt altijd zijn waarde. Crisis of niet. Dat geeft een veilig gevoel. Het goudbezit van een centrale bank is dan ook een baken van vertrouwen.”
De Nederlandsche Bank
“Aandelen, obligaties en ander waardepapier: aan alles zit een risico. Als het tegenzit, kunnen koersen dalen. Maar, crisis of niet, een baar goud houdt altijd waarde. Centrale banken als DNB hebben daarom van oudsher veel goud in huis. Goud is namelijk het ultieme appeltje voor de dorst: het vertrouwensanker voor het financiële stelsel. Als het hele systeem instort, biedt de goudvoorraad een onderpand om opnieuw te beginnen. Goud geeft vertrouwen in de kracht van de balans van de centrale bank. Dat geeft een veilig gevoel.” (bron: DNB).
De rol van goud is die van appeltje voor de dorst en vertrouwensanker. En in het uiterste geval zou de goudvoorraad kunnen dienen als onderpand om nog eens opnieuw te beginnen. Er is dus geen sprake van een rechtstreekse rol voor goud in het financiële systeem, maar het dient meer als back-up wanneer het huidige financiële systeem zou falen. Het blijft natuurlijk wel de vraag of bij een dergelijke crisis €33 miljard aan goud het verschil gaat maken. Aan de andere kant: je kunt het maar beter over hebben, dan tekort komen.
Toch zijn er wel economen die betwijfelen of het allemaal nog echt een functie heeft. Zo vergeleek de econoom Mathijs Bouman de goudvoorraad met een kolenkachel. Er zijn inderdaad betere reservesystemen voor je CV-ketel te bedenken…
Ben je nieuwsgierig hoe 14.000 goudstaven eruit zien? De NOS mocht vlak voor de verhuizing even binnenkijken:
Wil je meer lezen?
Lees berichten (2)
Ze verhuizen naar Haarlem
Ja en daarna verhuist de handel nog een keer naar Zeist