In de loop van de jaren heb ik al een paar keer geschreven over de manier waarop we hier in huize De Budgetman het geld verdelen. We gebruiken een maandbudget en ieder halfjaar schrijf ik een stukje over de financiële grote lijnen. Maar het totale overzicht van onze inkomsten en uitgaven (de bedragen mag je erbij denken) ontbrak nog een beetje. Ik heb ook een poging gedaan om ons hele financiële systeem in één plaatje weer te geven.
Het financieel systeem van inkomsten en uitgaven
Ons gehele financiële systeem bestaat eigenlijk uit twee planningen. Ik heb een financiële jaarplanning en daarnaast maak ik gebruik van een maandbudget. Beide overzichten zijn zero-based, wat betekent dat iedere euro op papier al een bestemming heeft. Wij sparen hier dus niet van wat er aan het einde van de maand overblijft, maar we berekenen dit vooraf.
Misschien vraag je je af hoe zinvol een financiële jaarplanning is; ook hier kunnen we nog niet in de toekomst kijken. Maar het is toch handig. Vaak weet je wel wat je gemiddeld genomen kwijt bent aan bijvoorbeeld vakanties, onderhoud aan het huis en dergelijke. Daarbij staat er in onze jaarplanning een potje ‘reserve algemeen.’ En dat potje wordt gebruikt voor onverwachte uitgaven, reparaties of het vervangen van huishoudelijke goederen, laptops, telefoons en tablets.
Het financiële halfjaaroverzicht toont in grote lijnen hoe de vermogensgroei is verlopen in de periode van 6 maanden. Zoals bij veel huiseigenaren het geval is, draagt de stijging van de WOZ waarde daar voor een belangrijk deel aan bij. De rest is te danken aan de exotische cijfers op de beurs. Het halfjaaroverzicht bestaat eigenlijk maar uit drie onderdelen: de spaarrekening, onze beleggingen en de overwaarde van ons huis. Dat houdt het lekker overzichtelijk.
Onze maandelijkse inkomsten en uitgaven bestaan uit wat meer onderdelen. Ik heb een poging gedaan om het in één plaatje weer te geven. Het ziet er zo uit:
Toelichting van de verschillende potjes
Veel onderdelen spreken natuurlijk voor zich. Daar zal ik een korte, aanvullende toelichting geven.
De inkomsten
Het grootste deel van ons inkomen komt in de derde week van de maand binnen. Ik ontvang als loonslaaf van de overheid keurig iedere maand rond de 22e mijn salaris. De overige inkomsten variëren sterk. Deze bestaan uit de inkomsten van mijn partner en die van mijn blog.
Het lijkt een beetje op ZZP’er zijn (denk ik): weken niets en dan ineens komt alles tegelijk binnen. Ik moet er nog een beetje aan wennen.
De uitgaven
Onze uitgaven bestaan uit twee onderdelen. De vaste lasten bestaan uit de hypotheek, energierekening, verzekeringen en dergelijke. Bijna al deze posten worden afgeschreven in de eerste week nadat mijn salaris is gestort. Een enkele telecomprovider weigert mee te werken en schrijf later af. Maar de rest loopt netjes in de pas.
De variabele kosten bestaan vooral uit de boodschappen, uit eten gaan eten halen en de maandelijkse kosten voor vervoer.
Spaarpotjes en reserveringen
Wij werken graag met het potjes-systeem. We hebben spaarpotjes voor onze kleding en voor de kids. En we reserveren voor de vakanties, maar daarover straks nog wat meer. Iedere maand schrijven we (in de derde week) geld over naar de spaarpotjes. Daardoor hebben we voor verschillende doelen een buffer om wat grotere uitgaven te betalen. Ieder voorjaar kan de zomerkleding van de kids weer worden vervangen voor een groter maatje. Dat houdt nooit op, lijkt wel.
Sinds een paar maanden heeft de puber in huis haar eigen kleedgeld. Dat is gewoon een deel van het kledingbudget van de kids geweest, maar dat wordt nu dus (in de derde week) rechtstreeks op haar rekening gestort. Het levert nog steeds hilarisch leerzame taferelen op. Pubers lijken toch wat vatbaarder voor kleurtjes en modelletjes dan deze grijzende veertiger. Omdat het kleedgeld ook een veelvoud is van het maandelijkse zakgeld, wordt dat potje ook nog weleens misbruikt voor andere aankopen. Met te korte spijkerbroeken tot gevolg (of is dat mode?) We houden het in de gaten en heel af en toe sponsoren we maar wat kledingaankopen.
Er is niet echt een onderscheid tussen onze spaarpotjes en de overige reserveringen. Zij bestaan allebei uit een potje geld met een speciaal doel. En daarbij moet ik ook toegeven dat wij onze spaarpotjes niet zien als een soort ’taakstellend budget’. We vinden het niet erg om wat meer aan een vakantie uit te geven dan het budget dat we hebben gereserveerd. Komen we in een van de spaarpotjes tekort, dan vullen we dit aan vanuit de spaarrekening. Dat is dan ook het volgende onderdeel op de lijst.
De spaarrekening
In de afgelopen jaren hebben we ons redelijk goed voorbereid op onze emigratie naar het buitenland. De financiële voorbereiding bestond lange tijd uit het terugdringen van onnodige uitgaven en verder sparen. Nu ons vertrek noodgedwongen langer duurt, zijn we eigenlijk tot de conclusie gekomen dat de spaarrekening wel genoeg aandacht heeft gekregen.
De rekening heeft nu echt de rol van buffer. Spaargeld blijft niet achter op de rekening, maar wordt overgemaakt naar de beleggingsrekening. Tenzij er extra uitgaven zijn gedaan en de buffer eerst moet worden aangevuld. Op dit moment reserveren we nog wat geld voor groot onderhoud aan ons huis.
Beleggen
De laatste post in ons overzicht van inkomsten en uitgaven bestaat uit onze beleggingsrekening. Daar komen maandelijks twee bedragen binnen. Ten eerste wordt iedere maand een vast bedrag in drie verschillende fondsen ingelegd. Daarnaast maak ik een keer per maand een extra bedrag over. De hoogte hangt af van het bedrag dat op de spaarrekening boven de grens van de buffer uitsteekt. Deze inleg bereken ik op basis van de actuele koersen. Ik zorg dat ik met mijn aankoop zo dicht mogelijk bij de voor mij optimale verdeling van fondsen in de buurt kom.
Op dit moment bewegen de koersen nogal enthousiast en dus verschilt mijn inleg per maand per fonds.
Tot slot: de betaalrekening
Hoewel ik echt fan ben van de gratis betaalrekeningen die nieuwe banken aanbieden, zoals N26 of Open Bank, maak ik voor onze eigen huishouding nog gebruik van een rekening bij de ING. In de praktijk blijkt het Nederlandse bancaire systeem nog niet heel soepel om te kunnen gaan met buitenlandse rekeningnummers. Zo schijnt het niet altijd mogelijk te zijn om zaken als de hypotheek of verzekeringen te laten afschrijven van een buitenlandse rekening. Met de verdergaande modernisering van ons fossiele banksysteem zal dit probleem over een tijdje wel tot het verleden horen. Voor nu blijf ik nog even klant van die oranje leeuw.
Heb jij een vergelijkbaar systeem van inkomsten en uitgaven?
Wil je meer lezen?
Lees berichten (3)
Jaarlijks is zoveel beter. Potjessystemen zorgen voor overzicht. Ik reken me niet rijker dan ik ben. Het is vrijheid om voor de dingen die je wilt doen voldoende geld hebt.
Dankjewel voor dit overzicht. Nu heb ik een vraag. Je hebt het over spaargeld dat niet op de rekening blijft staan én over een buffer. Twee aparte posten als ik het goed begrijp. Hou jij de buffer 100% liquide op je bank of stort je ook een deel door naar de beleggingsrekening? Hoe bepaal je de hoogte van die buffer? Sinds een anderhalf jaar gebruiken wij ook een maandbudget en een jaarplan. Nu merk ik dat met al die afzonderlijke potjes en reserveringen er in zijn geheel mogelijk meer geld op de bank staat dan nodig. Hoe ga jij hier 'slim' mee om? Dankjewel.
- Vincent
Bedankt voor je reactie.
Ik zal je vragen proberen te beantwoorden. De spaarrekening en de buffer zijn dezelfde rekening. Nadat mijn salaris is gestort, schrijf ik een bedrag over naar mijn spaarrekening/buffer. Het bedrag dat op onze lopende rekening overblijft, moet volgens mijn maandbudget voldoende zijn voor de verdere uitgaven in die maand. Wanneer we onverwachte extra kosten hebben, dan betalen we die uit een van de potjes (bijv. kleding) of van de spaarrekening/buffer.
Wanneer het saldo van de buffer hoger is dan de grens die wij hebben gesteld, wordt dit bedrag overgeschreven naar de beleggingsrekening.
De buffer hebben wij voor 3/4 weggezet in kortlopende spaardeposito’s. Zo kunnen wij altijd binnen een jaar over het volledige spaarsaldo beschikken en dat heeft alles te maken met onze emigratie-plannen. Het bijkomende voordeel is dat onze spaardeposito’s meteen dienen als het stabiele deel van ons vermogen. Ik beleg dus niet in obligatiefondsen, maar zit 100% in aandelenfondsen.
De hoogte van de buffer is sterk afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden en voorkeuren. Het NIBUD heeft wel een tool ontwikkeld die je een eindje op weg kunnen helpen. Veel collega-bloggers houden een buffer aan van 3 tot 6 maanden aan uitgaven. Maar ik kan me voorstellen dat ZZP’ers misschien een iets hogere buffer aanhouden.
Wanneer je alle potjes en je buffer bij elkaar optelt, dan kan er inderdaad sprake zijn van meer geld op je spaarrekening dan nodig. Ik heb dit ‘opgelost’ door een aantal aparte spaarpotjes op te heffen. Ik ga ervan uit dat niet alle apparaten in huis tegelijk kapot gaan en vervangen moeten worden. Voor het vervangen van huishoudelijke apparatuur, PC’s, tablets, telefoons en de auto reserveer ik niet apart. Daar is onze buffer voor bedoeld. Op die manier voorkomen we dat we teveel aparte potjes hebben en er teveel geld op de spaarrekening staat te wachten.