Veel Nederlanders hebben ‘iets’ geregeld voor later. Vaak is dat een lijfrentepolis. Het was in de jaren negentig een enorm populair product. Je kon de inleg aftrekken van de belasting en tijdens je pensioen tegen een lager belastingtarief laten uitkeren. Inmiddels is dit product minder aantrekkelijk gemaakt en hoor je er niet zoveel meer over. Toch liggen er nog ruim een half miljoen lijfrentepolissen op de plank te wachten totdat de eigenaar deze kan laten uitkeren. En dat blijkt nog niet eens eenvoudig te gaan.
Wat is een lijfrentepolis?
Met een lijfrentepolis kun je sparen om je pensioen aan te vullen. Zo’n polis bestaat uit twee fasen. Tijdens de opbouwfase betaal je maandelijks premie. Tijdens de uitkeringsfase wordt het geld gestort bij een bank of verzekeraar en zij keren vervolgens periodiek geld uit.
Tegenwoordig mag je de inleg alleen nog aftrekken van de belasting als er sprake is van een pensioengat. Op het jaarlijks pensioenoverzicht, staat je jaarruimte aangegeven. Daarmee kun je uitrekenen of je een pensioengat hebt en of je inleg in een lijfrentepolis fiscaal aftrekbaar is.
Over de uitkering van de lijfrente moet altijd belasting worden betaald.
De bedoeling van deze polis is om te voorzien in een periodieke aanvulling op het inkomen. Je mag een lijfrente wel in een keer laten uitkeren, maar dit is niet aan te raden. Wanneer je het hele bedrag in een keer laat uitkeren dan betaal je 52% belasting plus een ‘revisierente’ van 20% over het totale bedrag. Dat is eigenlijk een gewone boete en dus niet echt aantrekkelijk.
Voor zelfstandigen is een lijfrente nog steeds een goede en gebruikelijke manier om een privé pensioen op te bouwen.
De lijfrente opbouwen
Er zijn twee manieren om een lijfrente op te bouwen: door een lijfrenteverzekering of door middel van banksparen. Beide kennen zo hun specifieke voor- en nadelen. Ik hou zelf nogal van eenvoudige, goedkope financiële producten (lage kosten!). Zodra het ingewikkeld wordt dan bekruipt mij het ‘woekerpolis-gevoel.‘ Dat gevoel ontstaat wanneer een financieel product heel ingewikkeld in elkaar zit en/of veel geld kost. Ik hou daar niet van. Daarom gaat mijn voorkeur uit naar een banksparen. Dit komt neer op een geblokkeerde spaarrekening waarop je inleg vaststaat tot de afgesproken einddatum. Wil je wat meer risico en daarmee kans op rendement, dan zijn er ook mogelijkheden om met de inleg te beleggen.
Wanneer een lijfrente gaat uitkeren
Aan het eind van de looptijd kan de lijfrente worden uitgekeerd. Zoals al eerder genoemd, is het de bedoeling dat er periodiek geld wordt uitgekeerd. Maar voor het zover is, mag je met je gespaarde geld eerst op zoek naar een bank of verzekeraar. De lijfrente gaat nooit automatisch over tot uitbetaling bij dezelfde bank of verzekeraar waar je tijdens de opbouwfase het geld hebt ingelegd. Je mag ‘shoppen’ met je geld. Het klinkt heel klantvriendelijk, maar dit vind ik een van de nadelen van dit product. Je moet namelijk kosten maken om je geld te laten uitkeren.
Er zijn ook weer twee producten verkrijgbaar om je lijfrente te laten uitkeren. Een lijfrenteverzekering of een bankspaarproduct. De laatste is over het algemeen goedkoper, leidt tot een hogere netto uitkering en bij overlijden krijgen de erfgenamen een uitkering. Het voordeel van een lijfrenteverzekering is je kunt kiezen voor een levenslange uitkering. Dus ben je van plan om 120 jaar te worden? Neem een lijfrenteverzekering!
Hoe werkt het?
Er zijn verschillende vergelijkingssites waar je de volgende gegevens dient in te vullen: de hoogte van je lijfrente, de looptijd van uitkeren en de fiscale herkomst van het geld. Een klein beetje toelichting bij dit laatste punt: er zijn door de overheid in de loop van de jaren regelmatig wijzigingen doorgevoerd in de wetgeving rond lijfrentes. Het is erg belangrijk om te weten wanneer je je lijfrente hebt afgesloten. Dit bepaalt de mogelijkheden die je met je lijfrente hebt. Daarom mag je dit product niet zomaar zonder advies (en kosten) laten uitkeren.
Het is goed om rekening te houden met de volgende zaken:
- De looptijd van de uitkering moet minimaal 5 jaar zijn;
- Bedragen die je hebt opgebouwd voor 2014 kun je vanaf je 65e laten uitkeren;
- Polissen die zijn afgesloten ná 1 januari 1992, moeten uiterlijk 5 jaar na de AOW datum beginnen met uitkeren.
Moderne varianten van de lijfrentepolis
Vanwege de hoge kosten is de klassieke lijfrenteverzekering minder aantrekkelijk geworden en zijn er alternatieven op de markt gekomen. Hierbij kun je denken aan banksparen, waarbij de inleg op een geblokkeerde spaarrekening staat en de rente (in zoverre die nog bestaat) wordt bijgeschreven.
Omdat het bij een lijfrente in de meeste gevallen draait om het sparen van geld voor de lange termijn, zou je kunnen overwegen om door middel van beleggen kans te maken op een hoger rendement dan bij sparen. Een andere interessante ontwikkeling is dan ook het zgn. pensioenbeleggen. Hier gaat het om een geblokkeerde beleggingsrekening waarbij je zelf vrij bent om je inleg te beleggen. Meer weten over deze varianten? Lees dan dit artikel.
Heb jij wat ‘geregeld’ voor later?
Meer lezen?
kan een verzekeringsbedrijf eisen dat je een contraverzekering afsluit bij uitkeringen aan bijv een kleinkind ? Geld wat je zelf hebt opgespaard cq ingelegd ? Is er een mogelijkheid een risicoverzekering af te sluiten ? Waar gaat het geld heen bij overlijden van de verzekerde voor het einde van de betalingen ?? Ik heb een voorstel voor een contraverz vn 5463,00 euro voor uitkeringen in 5 jaar totaal ingelegd lijfrentekapitaal (oud regiem)40000,00 is dat niet erg veel ? anders gaat het resterend kapitaal naar de verzekering ?? Is dat wettelijk verplicht ??
“Later” is voor mij sinds een paar jaar ‘nu”. In het verleden heb ik een aantal jaren elk jaar een koopsompolis aangeschaft. Toentertijd, jaren tachtig begin jaren negentig, was jaarlijks ca 16/17 duizend gulden zonder meer aftrekbaar op je aangifte. Dus met de teruggaaf van jaar 1 en 2 financier je de inleg van jaar 3 enz. Deze polissen heb ik gekocht voor de zgn. Brede Herwaardering (1992). Voor een dergelijke polis heb je nog steeds meer keuzemogelijkheden voor de uitbetaling. Ook een uitkering ineens is een mogelijkheid tegen het vigerende tarief en ZONDER revisierente. Voor deze mogelijkheid heb ik gekozen gelet zowel op de lage rentevergoeding en het feit dat ook bij elke periodieke uitbetaling “administratiekosten” in rekening worden gebracht. Een ander nadeel bij periodieke uitkering is dat je om het kapitaal zeker te stellen voor je erfgenamen, als alleenstaande, een zgn. contraverzekering moet afsluiten en de premie daarvoor is niet misselijk. Het uitgekeerde bedrag valt uiteraard per 01 januari volgend in Box 3; maar wanneer je inkomen in dat jaar “piekt”, biedt wellicht middeling nog een kleine pleister op de fiscale wond.